Geweld tegen vrouwen en meisjes blijft een groot probleem in Tsjaad. Dat meldt een recent verschenen rapport van Amnesty International. Niet alleen de lokale bevolking, maar ook vluchtelingen zijn regelmatig slachtoffer van verkrachtingen en andere vormen van agressie. Vooral de oostelijke regio van het land is gevaarlijk terrein.
Fatima, een vluchtelinge uit Soedan, heeft het geweld in Oost-Tsjaad aan den lijve ondervonden. ‘Samen met enkele vrouwen was ik buiten het kamp op zoek naar hout. Plots kwamen twee mannen naar me toe. Zij beschuldigden mij en alle Soedanese vrouwen ervan hun hout te stelen. Toen ik probeerde weg te lopen, kwamen ze achter me aan. Ze grepen mij vast, namen mijn hout af en sloegen me er mee tot ik viel.’
Tawanda Hondora, adjunct-directeur van het Afrikaprogramma van Amnesty International, benadrukt dat het verhaal van Fatima geen uitzondering is. ‘Vrouwengeweld is een ernstig probleem in Tsjaad. Vooral het oosten van het land, waar de meeste vluchtelingenkampen gelegen zijn, is gevaarlijk. De woestijn in de regio verplicht vluchtelingen om kilometers te wandelen voor voedsel, water en hout. Zo ver buiten het kamp kunnen de vrouwen niet meer rekenen op bescherming en worden ze regelmatig het slachtoffer van geweld.’
Maar ook binnen de kampen is de veiligheid niet altijd gegarandeerd. Vrouwen en meisjes worden er aangevallen door andere vluchtelingen, familieleden of zelfs humanitaire medewerkers. Zo dwingen leerkrachten meisjes tot geslachtsgemeenschap in ruil voor goede resultaten.
Straffeloosheid
Exacte cijfers over de geweldplegingen zijn niet beschikbaar. Veel slachtoffers weigeren de misdrijven aan te geven uit vrees voor de sociale gevolgen. Verkrachting is voor veel mannen een reden om hun vrouw te mijden of zelfs te verlaten. Jonge meisjes die seksueel zijn aangerand vinden moeilijk een partner.
Zelfs als overlevende slachtoffers de misdrijven melden komen de daders zelden voor de rechtbank. ‘Hoewel de Tsjadische wet geweld tegen vrouwen verbiedt, worden deze wetsbepalingen zelden toegepast. Dat is vooral te wijten aan een gebrek aan deskundigheid en politieke wil. Daarnaast kent Tsjaad de traditie om een geschil via onderhandelingen op te lossen. In de meeste gevallen wordt dan een financiële compensatie geëist van de misdadiger. Soms wordt de verkrachter ook verplicht om met zijn slachtoffer te trouwen’, zegt Tawanda Hondora.
Gasfornuizen en fruitbomen
UNHCR, het vluchtelingencommissariaat van de VN, wil een einde stellen aan het vrouwengeweld in de buurt van vluchtelingenkampen. ‘Onze medewerkers ondernemen verschillende acties om de getroffen groep vluchtelingen minder kwetsbaar te maken’, vertelt Vanessa Saenen, verantwoordelijke voor de externe relaties van UNHCR. ‘Wij bieden de vrouwen gasvuren aan om te koken. Op die manier moeten ze niet meer buiten het kamp om hout te sprokkelen. Daarnaast planten we fruitbomen aan. Deze bomen zorgen niet alleen voor voedsel, maar dammen ook de woestijn in.’
Het UNHCR erkent dat hiermee het probleem nog niet van de baan is. ‘Verschillende vrouwen verkopen hout om hun gezin te onderhouden. Daarom blijven zij, ondanks de gasvuren, de kampen verlaten om hout te sprokkelen.’
zaterdag 14 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten